Abbazia di Novalesa

De middeleeuwer die – zoals keizer Hendrik IV in 1077 op weg naar Canossa – over de pas van Moncenisio (Mont Cenis) naar Italië reisde, kwam terecht in het gelijknamige dal, waarin een beroemd hospitium stond “ad peregrinorum receptionem” – voor de ontvangst van de pelgrims. Het was in de negende eeuw gesticht door Lodewijk de Vrome en tien eeuwen later nog gerestaureerd door Napoleon Bonaparte, voordat het langzaam in verval raakte. Wat er restte werd verwoest in de tweede wereldoorlog. De laatste restanten zijn in 1968 gesloopt voor de aanleg van een stuwmeer.
Enkele kilometers verder bevindt zich de abdij van Novalesa. In de middeleeuwen een rijke abdij met bezittingen in heel Piemonte en Ligurië. In de 18e en 19e eeuw is de abdij herhaaldelijk onteigend, weer teruggeven aan de monniken en opnieuw onteigend; hij is zelfs nog in gebruik geweest als kuuroord. In 1972 werd het kloostercomplex gekocht door de provincie Turijn, die het in bruikleen gaf aan de Benedictijnse monniken die er nu nog wonen.
De huidige abdijgebouwen zijn nogal onooglijk, maar in de onmiddellijke nabijheid liggen enkele kapellen met oude fresco’s – helaas waren ze dicht toen wij er in september 2013 langs kwamen: middagpauze! Maar wat lag de abdij er mooi in het landschap met de hoge alpen op de achtergrond. De doorgaande weg over de bergpas is inmiddels verlegd, waardoor de drukte van de Middeleeuwen plaats heeft gemaakt voor een serene rust.