Dank voor de adem en het licht,
de dag van mijn geboorte,
de horizon waarheen ik ga.
Dank voor het licht van zon en maan,
de flonkerende sterren,
de lange gang van mijn bestaan.
Dank voor de aarde die mij draagt,
het water om te drinken,
het vuur dat licht en warmte geeft.
Dank voor het leven, hart en ziel,
de hoop die houdt mij gaande,
belofte dat het goed zal zijn.
Dank voor wie zorgen voor elkaar
en die elkaar waarderen,
in eerbied door het leven gaan.
Dank voor het tedere gebaar
de kussen op de monden,
een ander die mijn leven deelt.
Dank voor het woord dat klinkt en roept,
dat opkomt voor de vrede,
als waarheid door de wereld gaat.
Dank voor het lied dat vreugde schept,
dat verder draagt dan woorden,
dat mensen één maakt met elkaar.
Dank voor de nacht die stilte geeft,
de slaap en tijd voor dromen
totdat de nieuwe dag begint.
Dank voor de toekomst die mij wacht,
de lengte van mijn dagen
totdat mijn tijd voorbij zal zijn.
Achtergrond
De logica van onze maatschappij is dat je krijgt wat je verdient, waar je voor betaalt. Wie veel verdient kan veel betalen. Maar je kunt ook ervaren dat je soms, of vaak, meer krijgt dan waarvoor je betaalt, en dat je rijker bent dan je verdient. Je ervaart in je leven veel extra goedheid die niet kan worden verklaard door de logica van voor wat hoort wat. En daarom kun je in wezen onbezorgd zijn. Niet dat je jezelf en anderen verwaarloost, maar omdat je vermoedt, hoopt, verwacht gelooft dat het altijd goed zal aflopen.
Dankbare mensen worden niet alleen gemotiveerd door eigenbelang maar evenzeer door medeleven, solidariteit, liefde. Ze leven tegen de natuurwetten in. Dankbare mensen zijn een wonder.
Inhoud
Dit lied somt in tien coupletten van alles op om dankbaar voor te zijn. Een overvloed: vanaf de levensadem op dag van mijn geboorte totdat mijn tijd voorbij zal zijn. Van het lichtende heelal tot de stilte van de slaap. Ik houd van liederen die opsommen – er zit voor iedere zanger in onze veelzijdige en veelkleurige kerkgemeenschap en voor ieder moment in het leven wel een regel in waarin je je zult herkennen, die je emotioneel raakt, die ‘jouw regel’ in het lied is (hoop ik).
Degene die bedankt wordt, blijft ongenoemd. Dat is niet nodig. Gelovige mensen bedanken God, ongelovige mensen zijn ‘gewoon’ dankbaar. Misschien bedank je hier of daar ook iemand die je dierbaar is, die jou heeft geraakt, die jou iets gegeven heeft: de adem van de geboorte, water, vuur, hoop, zorg, kussen op je mond, een woord, een lied.
De tekst
Binnen het lied vullen de elementen elkaar aan. Adem/lucht wordt aangevuld met aarde, water en vuur tot de klassieke vier elementen. Hoop wordt belofte. Zorgen voor elkaar groeit uit tot waarderen en zelfs tot eerbied. Het tedere gebaar wordt concreet: kussen, en groeit uit tot het leven delen. Het woord wordt een lied, want een lied draagt verder, klinkt luider en verenigt mensen doordat zij het samen zingen. De nieuwe dag is het begin van de toekomst die mij wacht.
Het lied is oorspronkelijk gedacht in 10 coupletten van 3 regels, maar Peter Rippen heeft de coupletten twee aan twee geordend in zijn compositie. Die geleding zit ook in de tekst: couplet 1/2 bezingt het heelal (de horizon), couplet 3/4 daalt af naar de aarde, couplet 5/6 zoemt in op de mensen dicht bij elkaar, couplet 7/8 verruimt weer naar de wereld (vrede, waarheid, eenheid), en couplet 9/10 maakt de beweging van de nacht naar de toekomst.
Hoewel het lied geen strikt rijmschema heeft, zorgen de ee’s en de aa’s aan het einde van veel regels toch voor klankrijm. Klankrijm zit er ook hier en daar binnen de coupletten waardoor samenhangende woorden met elkaar verbonden worden (geboorte/horizon, aarde/draagt, waarderen/eerbied, totdat mijn tijd voorbij zal zijn).
De muziek
Peter Rippen heeft een feestelijke melodie geschreven, waarin enkele details opvallen. Vooral de inzet van de coupletten: het woord Dank valt niet op de eerste tel van de maat, maar na een tel rust. Omdat je niet te makkelijk Dank zou moeten zeggen. Eerst even stilstaan, even je bewust worden wat je zingt. En door zo’n ‘weerhaakje’ in de muziek krijgt het woord Dank telkens een extra nadruk.
Een ander detail wat opvalt is het melisma – de lange stijgende notenreeks – in de voorlaatste regel van het melodie. Op het eerste gezicht lijkt het misschien vooral een versiering, maar het melisma is niet toevallig als je let op de woorden die er gezongen worden. Telkens roept het de ervaring op van een overdaad, een veelheid. Het oneindige aantal fonkelende sterren. De steeds maar weer terugkerende hoop, tegen alle teleurstellingen in. De overdadige kussen van geliefden, anders dan de haast onverschillige kus waarmee je een vage kennis begroet. Het lied dat verder draagt dan woorden (als een echo in de bergen). De lengte van mijn dagen.
Opmerking: op de CD-opname van het lied staan het vijfde en zesde couplet in de verkeerde volgorde.
Niet te onderschatten: de feestelijke muziek wordt begeleid door een even feestelijke pianopartij en een tussenspel. Overigens kan de melodielijn van het tussenspel ook door een instrument (fluit) meegespeeld worden.
En een laatst detail: hoewel de partituur het niet voorschrijft beginnen sommige koren het voorlaatste couplet (over de slaap) spontaan piano te zingen, waarna ze een een crescendo maken op de laatste regel: totdat de nieuwe dag begint.